Achterdek

 

…De werkplek waar de meeste werkzaamheden plaatsvonden.
Vooral als er sleepklaar gemaakt moest worden.
Dan lag dat dek bezaaid met van alles wat nodig was om een goede sleepverbinding tot stand te brengen.

Tijdens het slepen kon het daar veel rustiger zijn.
Tenminste, als je de herrie die door de schijnlichten uit de machinekamer naar buiten kwam buiten beschouwing liet.

Overdag de zeeën en golven bezien met al hun kleuren variërend tussen grijs en blauw.
’s Nachts de sterren bekijken in hun eindeloosheid.
Het duister was niet altijd idyllisch en het kon dan soms op dat tijdstip behoorlijk spoken.
Zoals deze tekening toont van een onbekende kunstenaar.

Ook ’s nachts werken op het achterdek.

 

Om welke schepen het ging, stond er niet bij vermeld.
Het geeft wel een goede indruk weer.

In mijn verhalen gebruik ik veel termen.
Voor ingewijden komen de vele benamingen als bekend voor.
Het zal voor de leek een geheimtaal zijn en die kan zich er ook geen voorstelling van maken.
Daarom een kleine uitleg aan de hand van een foto met het achterdek van de ‘Groningen’.

wat-is-wat
Benamingen.

 

Het achterdek naast de machinekamerkappen was met hout bedekt, de rest van het dek niet.
Bij punt 5 staat wtk A. Boon op het bordes, daar was de bediening van de losse kop op het achterdek.
Naast de machinekamerkap, met witte blouse staat stuurman J.P. Jense.

Tussen de kettingspruit met voorloper die aan de sleep vastzit, en de stalen sleeptros zit de nylonrekker.
De rekker doet wat de naam weergeeft, het moet de klappen opvangen die in de verbinding kunnen optreden.
De voorloper is een stukje stalen sleeptros die iets dunner is dan de sleeptros zelf.
Als er iets moet breken, dan breekt dit.

Aan bakboord naast de beting staan olievaten, die tweetact-hoofdmotoren lusten wel een slokje smeerolie.
Het was altijd een probleem ze goed te sjorren aan dek, telkens kwamen ze weer los.

Kan je je voorstellen dat er in Singapore op dat achterdek ook nog een complete markt werd opgezet?

Geef een reactie