Groeten

 

…Om de eentonigheid van het wachtlopen wat te breken werden allerlei mogelijkheden bedacht.
Eén van de bezigheden was het opzoeken van Nederlandse schepen ergens op de wijde wateren.

Maritime_VHF_Sailor_RT144

 

Daarbij was VHF een gewild hulpmiddel.
Het was voor korte afstanden bedoeld, maar soms konden de signalen ver dragen.

 

 

Zo kregen we eens verbinding met een Hollandse tanker ergens in de Indische Oceaan die toch ver van ons vandaan voer en net zoals wij buiten de vaarroutes voortbewoog.
Een praatje over hoe en waarheen.
Even wetenswaardigheden en nieuwtjes uitwisselen!

 

Vlaggen

 

Een ander plezier die we ons gunden was het groeten met de vlag.
Groeten deed je altijd wel tegen een marinevaartuig van een andere mogendheid.

In Het Kanaal kwam je ze veel tegen, zoals al gezegd voeren we vaak buiten de vaarroutes en daar waren ze veelal aan het oefenen.
Ze haalden de vreemdste capriolen uit.
Zo ging een Franse bodem zover op één oor dat we dachten dat die zou omslaan.

Soms gingen ze zo in hun oefeningen op, dat ze niet in de gaten hadden dat er twee sleepboten voor een sleep hingen.
Ze groeten de ene terug maar vergaten de andere.
Nog net op de kim boden ze hun verontschuldigingen aan.
Die Engelsen toch!

Marine vlaggen.

 

Bij een Roemeens oorlogsschip moest je goed kijken om een miniatuurvlaggetje op- en neer te zien gaan.
Amerikanen waren arrogant en deden geen enkele moeite.

 

Vlaggen

 

Menig zeevarende of oud-zeevarende is nog weleens verontwaardigd als hij aan de wal de Nederlandse driekleur niet juist ziet wapperen.
Tussen zonsondergang en zonsopgang hoort die vlag niet gehesen te zijn en zeker niet onderste boven.
Aan boord werd daar consequent en correct mee omgegaan.

Het vermakelijkste gebeurde toen we Durban aanliepen en er een Nederlandse tramper voorbij voer.
Mogelijk was het de ‘Stad Utrecht’ van de Halcyon Lijn, een Nederlandse Rederij.

Halflag_kl
Halcyon Lijn
‘Stad Utrecht’ van de Halcyon Lijn.
Nogmaals de ‘Stad Utrecht’.

 

Een schip van de wilde vaart.
Of, zoals we vaak zeiden; de ‘never-come-back-line’.
Het gaf een toch soort saamhorigheid om elkaar te groeten.
Dat deden we ook.
Eerst gebeurde er niets, daarna zagen we iemand over de luikhoofden naar de kont rennen.
Even later zakte de vlag en toen fladderde het aan de vlaggenmast.
Bij de brave man was de vlaggenlijn uit zijn handen geschoten.

Fier.

 

Wachtlopen boven op de brug of beneden op de plaat kon lang duren dus was zo’n onderbreking een aardige afleiding.

Het deed je toch wel wat met je om de Nederlandse vlag in den vreemde te zien wapperen op schepen.

Geef een reactie