Zeeziekte

 

…Zeeziekte of ‘kinetose’ is een vervelende gewaarwording.

Het overkomt meestal mensen die op een schip varen dat door de golven heen en weer wordt bewogen.
Sommigen zijn al zeeziek voor ze zeeziek worden, de gedachte al!

 

De onregelmatige of juist ritmische bewegingen van het schip laat mensen, die daar gevoelig voor zijn, zich misselijk voelen, tot overgeven toe.
Zeeziekte is een bewegingsziekte waarbij het evenwichtsorgaan verstoord raakt.

 

“De misselijkheid die ontstaat bij zeeziekte heeft geen nut en treedt alleen maar op omdat uw hersenen het niet meer snappen”

 

Overkomen

 

 
Bij zeeziekte hebben we meteen het beeld voor ogen van over de reling hangende mensen die er tamelijk groen uitzien.
Genezing is niet mogelijk; je moet er gewoon doorheen.
Bijna iedereen kan slachtoffer worden van zeeziekte en ook bijna iedereen komt er overheen.
Omdat zeeziekte geen echte ziekte is, kunnen zeelui een dag zeeziekte helaas niet vergoed krijgen bij hun ziektekostenverzekering.

Weer zo’n golf.

 

Verhalen

 

 
Als je ‘zeeziekte’ intypt op het internet, komen er talloze verhalen tevoorschijn.
De één nog vreselijker dan de andere.
Het hoort bij het bestaan van de zeevarende: je moet er even doorheen.
Even!
Ook ik moest daaraan geloven en je ziet werkelijk je hele bestaan als onrechtvaardig aan.

Bij zo te varen krijg je geen last.

 

Zeeziekte

 

 
Mij overkwam het tijdens een sleepreis van IJmuiden naar Las Palmas.
Daarvoor had ik toch al hoge zeeën getrotseerd.

 

Sluipend komt dat gevoel bij je binnen en je kunt er niets tegen doen.
Terwijl de ‘Utrecht’ stampte, rolde en gierde, stortte mijn gevoel van eigenwaarde totaal in.
Neptunus geselde de golven en toonde op de toppen zijn baard.

 

 

Ruwe zee.

 

Overgeven

 

 
Je werk moest je blijven doen, maar de meeste tijd op wacht hing ik boven de bilge en daar komen ook niet de meest verleidelijke geuren uit.
Niet even over de verschansing hangen, het schip zat dicht om de tomeloze zee buiten te houden.
Je zat met elkaar opgesloten in een achtbaan die dagen aanhield.

Elke kleur van de zee is koud.

 

 

Overgeven tot je gal spuugde.
Doorging, zelfs als er niets meer was wat er uit moest.
Bij iedere gedachte aan eten of drinken keerde je maag weer om.
Je moest blijven eten, het lichaam vroeg erom.
Zo was je uren bezig om een droge boterham naar binnen te werken die er onherroepelijk weer uit kwam.

 

 

 

Allerlei remedies werden aan de hand gedaan; zoals een aardappel aan een touwtje rond je nek.
Droeg je een bril dan zou een horizontaal streepje op de glazen ook helpen!
Gember of een watje in je rechteroor (bij linkshandigen in het linkeroor)!
Wat enigszins hielp waren gedroogde appeltjes, maar die waren niet aan boord.
Veel drinken, water welteverstaan!
Niets hielp.

En weer zo’n dreigende golf.

 

Opgesloten

 

 
Tijdens de sleepreis met de ‘Rio Parana’ voeren we dubbele bemanning en het schip zat potdicht door het slechte weer.
Dampen die dan door de verblijven rondzweefden, benamen je iedere eetlust.
De lucht van diesel vermengd met smeerolie en de reuk van ongewassen kerels en natte kleding.
Aangelengd met de penetrante rook van uitlaatgassen en walmen van zware shag die je omringen als de armen van een dame met rondingen gelijk een bulbsteven.
Probeer in dat bouquet maar overeind te blijven terwijl je benen als rubber aanvoelen.

De zee wordt kalmer.

 

 

Het werd tijd om te gaan porren en haalde nog net het hutje van mijn aflosser.
Daar ging ik door mijn knieën en zat te kokhalzen in de gang.
Ondertussen kwamen ook de anderen uit hun kooien om aan hun wacht te beginnen en klopten me bemoedigend op de rug.
De geur van oude verbrandde koffie kwam als een muur op me af.
Uit de kombuis de stank van gebakken etenswaren.

 

 

Die strijd duurde dagen.
Jezelf blijven verwijten hoe dom je toch kon zijn om op zo’n ‘zure prauw’ te gaan varen.
Zo-wie-zo te gaan varen!

 

Zeebenen

 

 
Maar dan komt het moment dat het leed aan je voorbij gaat.
Het eten je weer smaakte en je als een volleerd zeeman door het schip voortbewoog.
Je raakte ingeslingerd, je kreeg zeebenen.

Jan Sanders: zeeziek.

 

De volgende reis ben je alleen de eerste dagen wat katterig.
Je moet dan weer wennen aan het zeeleven na weken van verlof.
Dan zat je in de messroom aan tafel met een bemanningslid die voor het eerst het zeegat uit ging.

Je zal zo aan je eerste reis beginnen!

 

Als doorgewinterde hielp je zo’n iemand door smeuige, opbeurende verhalen te vertellen; zoals met vet varkensvlees aan een touwtje.
Dan kon je het terughalen als je het doorgeslikt had om er nogmaals van te genieten.
Overgeven tegen de wind in en nog meer van die smákelijke anecdotes.

Je zag die persoon, die Neptunus nog niet ontmoet had, al van kleur verschieten om daarna van tafel te rennen.
Het onaangeraakte vlees op zijn bord werd gelijk door de anderen ingepikt en verdeeld.
Hij had er toch geen trek meer in.

 

 

Zeeziekte: het is geen pretje als het je overkomt.
Wel een bron van leedvermaak.

Geef een reactie