Examen

 

…Voor alles wordt kennis en kunde getest of je de gestelde normen wel beheerst.

Dat is nu en dat was vroeger ook al zo.
Ook in mijn tijd, in 1966, dat ik staatsexamen moest doen voor mijn VD-diploma.
De wet bepaalde wie en wat daar op de plaat aanwezig behoorde te zijn.
De papierwinkel moest kloppen!

Klinknagels.

 

Of ik kundig genoeg zou zijn om in een machinekamer aan boord van een schip te mogen werken?
Je nog achterhaalde technieken moest leren: stoommachines, vlampijpketels met natuurlijke trek kon berekenen, klinknagels enkel- of een dubbele rij bij sterkteleer en alles van gelijkstroom moest weten.
In die tijd kwam je al te varen met waterpijpketels, turbines en dieselmotoren, dat was veel interessanter.
Je leerde omgaan met wissel- en draaistroom!

Ervaring kreeg je door te kijken hoe een ander het deed.
Jammer, een vetput keek niet naar rang of stand.
Werk was er genoeg en bleef terugkeren.

Was dit het examengebouw?

 

Na twee jaar ‘machinistenschool’ in Den Briel behaalde ik voldoende resultaten op het schoolexamen om me aan te mogen melden voor het staatsexamen in Den Haag.
Op een adres dat ik nooit zal vergeten en me nu nog de zenuwen bezorgd: Fruitweg 262.
Vol bravoure ging ik met een paar klasgenoten naar het examengebouw in die plaats.
Eenmaal op de trappen van dat gebouw was daar niets meer van over en met knikkende knieën meldden wij ons aan.

Eerst schriftelijk en weken later mondeling je kennis spuien die je als een spons, tot vervelens toe, opgezogen had.
Alles voor het felbegeerde papiertje om de schoolbank te mogen verruilen voor een vet ketelpak.
Alsof er op de krukwangen formules stonden, die je eerst goed moest beantwoorden voor de motor gestart kon worden.

Mijn resultaten op de ‘Machinistenschool’.

 

Het mondeling examen was een rad van avontuur, een achtbaan van kansen.
Vallen hun vragen wel in je straatje?
Je kwam voor een tafel te zitten waar achter veelal oud marine officieren zaten.
Die keken neerbuigend naar het toekomstige Koopvaardijvolk.

Daar zat je dan zenuwachtig met al die kennis die zij wel even zouden toetsen door vooral domme vragen te stellen.
Vragen waar je niet op rekende of op voorbereid was.
Bij mij liet een examinator zijn potlood op een papier rusten en vroeg wat de druk was.
‘Eén bar’, helaas niet goed.
Dan maar baro, bara, atmosfeer, 76 cm kwikkolom of HPa geprobeerd.
‘Nee meneer, de druk van de potloodpunt’.

LTS/Machinistenschool Den Briel.

 

Ook moest je goed op je woorden letten.
Zo werd mij gevraagd de werking van een separator uit te leggen en gebruikte ik woorden als rommel en rotzooi die door de centrifugale kracht er uit geslingerd werd.
‘Meneer, uw terminologie bevalt mij niet’.
Mijn correctie ‘ongerechtigheden’ werd zuinigjes aanvaard.
Je eigenwaarde werd zo wel ondermijnd.

Ankerketting.

 

Legendarisch was wat een kandidaat stuurman overkwam.
‘Meneer, u ligt voor anker en het gaat waaien, wat doet u’?
‘Meer ankerketting uitzetten’.
‘Meneer, het gaat nog harder waaien’?
‘Nog meer ketting uitzetten’.
‘Waar haalt u al die ketting vandaan, meneer’?
‘Waar u al die wind vandaan haalt’.
De beste man kon gelijk vertrekken.

Trouwens, het uiterlijk was ook zeer bepalend.
Zo kwamen wij een jongen tegen die lang haar had, in die tijd een normale dracht.
Hij deed net als wij schriftelijk.
Bij het mondeling kwamen wij hem weer tegen, nu was hij keurig kort gekapt.
Je moet je principes opzij zetten om de heren achter de tafel te behagen en je toekomst veilig te stellen.
Ze hadden gewoon macht en voorkeur!

Het schriftelijk examen ging mij niet heel goed af, ik kreeg een herexamen voor rekenkunde.
Meetkunde was mijn makke.
Weer terug naar de schoolbanken om eindeloos oude examens te maken, kon ze op het laatst wel dromen.
Dat was wel mijn redding!

De eerste datum voor mijn schriftelijk herexamen werd welwillend uitgesteld, als goede reden kon ik aanvoeren dat ik ging trouwen.
Mijn huwelijksreis werd dus Den Haag, naar weer die vermaledijde Fruitweg.
Het geluk lachte me toe en kreeg een examen te maken die ik vlak daarvoor nog op school gedaan had.
Hoe moest ik serieus die taak volbrengen en de resterende tijd vol maken terwijl ik de antwoorden al wist?

Mijn VD-diploma.

 

Ik was geslaagd en mocht nu vaartijd gaan maken, bijhouden wat voor werk ik deed in die machinekamer.
Het liefst voorzien met uitgebreide tekeningen.
Dat duurde ook nog wat tijd, maar ik behaalde het gewenste resultaat.

Allemaal om ‘Officier der Koopvaardij’ te mogen zijn.

Geef een reactie