…In de jaren dat ik op zee voer, kwam je fauna tegen die je thuis slechts in boeken en kranten las of op tv zag.
Dat maakte het varen aantrekkelijk en avontuurlijk.
Je horizon verbreden.
Als je wekenlang met een sleep over de zeeën sukkelde, had je genoeg aan onderhoud en de onvermijdelijke reparaties die te pas en onpas optraden.
Maar er waren ook momenten dat je een beetje kon zitten dagdromen op het bankje in de machinekamer.
Je reageerde dan automatisch op geluiden of op wat je zag.
Zo zat ik op de hondenwacht wakker te worden met een mok scheepskoffie, toen ik een flits zag.
Gelijk ben je alert.
Je gaat op onderzoek uit en dan zie je tussen de twee ‘karren’ een vis spartelen.
Het bleek een vliegende vis die zich zelf had gelanceerd op de top van een golf en pardoes door de schijnlichten naar binnen zeilde.
Zijn einde tegemoet.
Ze waren goed te eten, maar gemarineerd in motorolie en gasolie een heel stuk minder.
Het was een prachtig schouwspel om dolfijnen mee te zien buitelen in de snor van het schip.
Zo gracieus, hoe zo haast zonder te bewegen vooruit snellen.
Zoiets duurde maar even en waren zo weer verdwenen.
We moesten nog even buitengaats blijven voor we in Balboa aan de kant konden om afgelost te worden.
In afwachting hiervan hing ik over het potdeksel en aanschouwde de zee vlak onder me.
Traag bewoog zich een kolossaal dier langs de romp.
Het bleek een walvishaai te zijn, herkenbaar aan z’n stippen.
Ongevaarlijk!
Bij het ronden van Kaap de Goede Hoop keek ik bewonderend naar albatrossen die ogenschijnlijk moeiteloos over de golftoppen scheerden met hun lange vleugels.
Ze zweefden nooit over ons schip heen.
Stormvogels die dagenlang ons schip volgden, fregatvogels die in zwermen op vis joegen, trage pelikanen die laag over zee vlogen.
Ondanks dat we over de grote oceanen voeren, heb ik nog nooit een walvis gezien.
Wel prachtige sterrenhemels op het Zuidelijk halfrond, maar geen enkele UFO voorbij heb zien flitsen.
Trouwens hoorde de ‘brug’ daar ook nooit over en die tuurden toch regelmatig naar de sterren.
Soms waande ik me in een wonderlijke dierentuin!

Mooi