Werken

 

…Werkspoor TEBS 294 motoren, de naam al!
Je bleef er aan werken en raakte het spoor soms bijster.
Er ging altijd wel iets aan kapot en dat op onverwachte momenten.

Zo deed je dat!

 

Berucht waren de steunbouten van de klephefboomas.
Het waren toch forse bouten en ze braken als luciferhoutjes op de borst af.
Dan klapperden de klepstoters tegen de kap.
Het was direct de desbetreffende motor stoppen, de andere machinisten en de brug waarschuwen.
Er werd direct begonnen met losbouten.
Daarna vernieuwen, afstellen en voor de kap er terug opging even kijken of de olietoevoer goed werkte.
De oliepomp werd gestart.

Uit mijn memoriaal.

 

Eens hadden we vergeten zo’n toevoerleidinkje te controleren, of het wel goed aangezet was.
Overal spoot de warme olie heen en droop het van de leidingen die we daarvoor zo mooi in de verf hadden gezet.
Nadat de motor weer draaide, werd er weer driftig gesopt.

Teepolblik
Blik Teepol.

 

Alles weer schoon en glimmend dankzij: Teepol.
Er was genoeg voorraad van dat spul aan boord, blikken vol!

 

 

Mankementen

 

Wat waren zoal de mankementen die aan de hoofdmotoren konden optreden:

 
Brandstofleidingen: ze braken als droge takken af, maar daar stopten we de motoren niet meer voor.
Gewoon sleutel 27 tussen de brandstofhendel van de brandstofpomp, de leiding wisselen, sleutel weg, ontluchten en doordraaien.

30577
Ring- steeksleutel.

 

Spoelluchtbrandjes: ook niet stoppen, gewoon een kraantje open, water in de spoelkast spuiten, vuur uit en kraantje dicht.
Het water verdween wel door de rookkanalen als zwarte stoom.
Roken deden die schepen van de ‘provincie-klasse’ toch wel.
Normale motoren verbruikten ongeveer 24 liter/24 h smeerolie, deze motoren hadden aan het dubbele nog niet genoeg!

Kleppen: die trokken krom, waardoor de uitlaattemperatuur omhoog schoot en er wéér voor acht uur werk was.
Het gereedschap werd soms niet eens opgeruimd.

Lagers: vooral van de uitlaatgassenturbine kwamen er als blauwe erwten uit.
Die ‘blowers’ gilden continu en een heel ander geluid kregen als het fout ging.
Dan zie ik al die M10 moertjes weer voor me die allemaal losgedraaid moesten worden.
Ik kan daar nog slapeloze nachten van hebben.

Expansiestukken: die scheurden spontaan zodat de pas schoongemaakte machinekamer er weer uitzag als een kolenkelder door de uitlaatgassen.
Op het laatst maakten we gewoon een directe verbinding tussen kop en uitlaatgassenleiding.
Allemaal extra laswerk.

Expansiestuk.

 

 

Wat moet je anders doen tijdens je wacht?

 

Geef een reactie