…Als derde machinist stapte ik op 11-07-1969 aan boord van de ‘Groningen’ die een drijvende kraan, de ‘Bheema’, van Rotterdam naar Visakhapatnam (India) ging slepen.
Het werd de langste sleepreis voor me, omdat het Suezkanaal door omstandigheden gesloten was.
We moesten rond de Kaap de Goede Hoop.
Vlak voor we de Kaap gingen ronden, kwam de ‘Gelderland’ voorbij.
In die tijd voer Wijsmuller de zeeën dun.
Na bunkeren en repareren in Durban gingen we weer noordwaarts.
Doop
In de Indische Oceaan kreeg ik mijn uitgestelde doop.
Neptunus gaf toegang tot het binnentreden van zijn rijk en kreeg er weer een vreemde kostganger bij!
We kwamen in de nacht voor Visakhapatnam aan.
Nu ben ik ’s nachts niet bang, zeker niet op als ik me aan boord van mijn vertrouwde schip bevind.
De insecten die toen allemaal door de machinekamer vlogen hadden echter zulke afmetingen en kleuren dat ik me toch niet zo op mijn gemak voelde.
Pikkenparade
‘s Ochtends kwamen we voor de kant.
Het schip werd overspoeld door ambtenaren, natuurlijk moest het papierwerk kloppen.
De opvarenden moesten zich diep in ogen laten kijken door één of andere verantwoordelijke voor een medische goedkeuring.
We mochten niet eerder van boord voor alles in orde bevonden werd.
Zo’n z.g.n. ‘pikkenparade’ is wel vernederend, terwijl aan de wal de SOA’s stonden te dansen.
Status
Een havenautoriteit kwam alleen maar aan boord als hij geholpen werd door een opvarende van de ‘Groningen’.
Dat deed hij door met zijn hand te wapperen en te roepen naar ons.
In het begin gaven we geen draad, we hielden net pikheet.
Dat gedoe gaf status aan die man, want aan de wal zaten zijn landgenoten op de bolders aan de kade.
Ze keken naar ons, die ook even niets deden dat moment.
Met het geven van een handje was de eer van zijn autoriteit gered.
Achter de ruggen van de toekijkende Indiërs liepen vrouwen met zware manden op hun hoofd af en aan.
Eén of ander graafwerk dat zeker te min was voor die mannen.
Nee, dat was onze wereld niet.
Recente reacties