Herdenking

 

…Ieder jaar houden we op 4 mei ‘Dodenherdenking’.

 

Koopvaardijmonument De Boeg.

 

 

 

‘Opdat we ze niet vergeten’.
Terecht!
Helaas, we leren er niets van.

 

 

 

 

Hoe verschrikkelijk ook, er is een bevolkingsgroep die veelal de meeste aandacht krijgt op die dag.

 

Zeelieden

 

Zelf denk ik aan een andere groep: de koopvaardij.
Ook zij heeft veel offers gebracht en wordt soms terzijde genoemd.

Het Nationaal Koopvaardijmonument in Rotterdam herdenkt de meer dan 3600 opvarenden die in oorlogstijd op zee gebleven zijn.
Er waren 351 koopvaardijschepen die niet meer naar hun thuishaven terugkeerden.

 

Eerste

 

De ‘Mark’ 1930-1939.

 

De ‘Mark’ van de NV. Houtvaart was het eerste Nederlandse schip dat door oorlogshandelingen verloren ging.
Ze voer bij Denemarken op 09-09-1939 tegen een Duitse mijn en verging.
De bemanning ging in de boten en werd gered.

Na haar vergingen meerdere schepen van de Nederlandse Koopvaardij door torpedering, bombardementen, beschietingen, mijnen en aanvaringen.

De ‘Arendskerk’ 1938-1940.

 

Tekening ‘U-44’ 1939-1940.

 

De ‘Arendskerk’ was het eerste schip van de VNS dat door torpedo’s verloren ging.
Dat gebeurde in Het Kanaal op 15-01-1940 terwijl ze onder neutrale vlag voer.

 

Alleen

 

Mannen die voor hun brood naar zee gingen en door de oorlogstijd overvallen werden.
De ‘vaarplicht’ opgelegd kregen en niet meer terug naar huis konden.
Zelfs geen mogelijkheid hadden contact op te nemen met hun naasten.
Al die jaren op hun schip verbleven.
Geen heldhaftige verhalen, maar bittere ellende.
Zij deden gewoon hun plicht met volhardende discipline en bleven trots onder de Nederlandse vlag doorvaren.
Ondanks tegenstellingen van de bemanning.

Konvooi op weg.
Konvooi.

 

Vele van hen werden gedwongen met hun schip op Moermansk te varen.
Ze moesten soms temperaturen van min 50 graden doorstaan.
Het ijs stond op de wanden in de hutten.

Pakijs.

 

Enorme velden pakijs doorploegen en wrede zeeën trotseren, om nog maar te zwijgen van Duitse U-boten en de Luftwaffe die hun belaagden.

Wrede zee.

 

Vaak hingen de sloepen al buitenboord in hun davids.
Zomernachten die niet donker werden en ze daardoor zichtbaar bleven.
Het is geen wonder dat die Arctische konvooien werden omschreven als de ‘ergste vaart ter wereld’.

Getroffen.
Getorpedeerd.
Verloren.

 

De angst om niet met je schip in die zee te zinken.
Overlevingskansen waren gering, je hield het door onderkoeling maar even vol.

IJsafzetting.
Topzwaar.

 

IJsafzetting belemmerden werkzaamheden en maakten het schip topzwaar.
Het waren helse tochten die geen helden opleverden.

‘Pieter de Hoogh’.

 

Ook een aantal Nederlandse schepen voeren daar in mee.
De ‘Pieter de Hoogh’ volbracht 44 konvooien, waaronder ook die naar Moermansk.
Terwijl de ‘Paulus Potter’ al bij haar eerste reis in konvooi PQ17 ten onderging.

‘Paulus Potter’ onder vuur.
‘Paulus Potter’ stoom blazend.

 

Ze kwam als ‘Empire Johnson’ in 1942 in de vaart.
Op 25-04-1942 werd ze overgenomen door de Staat der Nederlanden en op 05-07-1942 raakte ze, op weg naar Archangel, zodanig beschadigd door aanvallen van JU-88 duikbommenwerpers dat werd besloten het schip te verlaten.

JU-88.

 

De alsmaar durende onzekerheid: zullen we het overleven.
Telkens denken aan thuis waar je niets van hoort en weet.

Zichzelf redden.

 

De complete bemanning van de ‘Paulus Potter’ kwam op Nova Zembla veilig aan land na een vreselijke tocht in de sloepen.

Ondergang ‘Paulus Potter’.

 

Op 13-07-1942 werd de ‘Paulus Potter’ gevonden door een U-boot en tot zinken gebracht.

 

 

Het PQ17 konvooi verliep dramatisch.
Er voeren 35 koopvaardijschepen in mee waarvan er 24 verloren gingen.
De oorzaak van de ramp lag niet in de barre omstandigheden van de Noordpool of de vijand, maar door een verkeerde beslissing van de Admiraliteit in Londen.

Moermansk konvooi.
Nog een konvooi onderweg.

 

De verschrikkingen en ongelooflijke gevaren waar die zeelieden mee werden geconfronteerd verdiend alleen maar respect.

 

Wreed

 

Hoe wreed de vijand soms kon zijn, bewees de Japanse onderzeeër ‘I-8’.
Ze torpedeerde de ‘Tjisalak’ van de JCJL en nam de overlevenden aan dek.
Daar werden ze doodgeschoten en het water in gegooid.
Van de 103 opvarenden overleefden er slechts 5 dit drama.

De ‘Tjisalak’ 1917-1944.
De ‘I-8’ 1938-1945.

 

Tekening onderzeeër ‘I-8’.

 

Ook de ‘Poela Bras’ van de SMN werd door de Japanners tot zinken gebracht.
Op haar reis met vluchtelingen vanuit de ‘Gordel van Smaragd’ werd ze door het vliegdekschip ‘Hiryu’ opgemerkt.
Duikbommenwerpers brachten de ‘Poela Bras’ tot zinken.
Daarbij kwamen veel mensen om.
Een aantal wist te ontkomen, om na 8 dagen rondzwalken in de reddingboten een eiland te bereiken.
De Japanners namen ze gevangen en de overlevenden verdwenen in kampen.

De ‘Poela Bras’ 1929-1942.
De ‘Hiryu’ 1937-1942.

 

Tekening ‘Hiryu’.

 

Tekening vliegtuigen aan boord ‘Hiryu’.

 

Hulp

 

Er waren tal van beschadigde schepen die slechts met hulp van sleepboten een veilige haven konden bereiken.

Binnenbrengen van een getroffen schip.

 

Olieman

 

Aan boord van de ‘Utrecht’ kwam ik met een olieman te varen die die ontberingen ondervonden had.
Zijn verhalen beklijfden mij.
De man werd soms gillend wakker, droomde dat hij weer getorpedeerd werd.
Zijn tenen waren afgevroren.
Hij had het overleefd, maar de verschrikkingen van die tijd maakte hij nog steeds mee.
Veel koopvaardijmensen waren niet zo fortuinlijk.

Zinkende.
Ten onder.

 

Aan hen denk ik dan op die dag, zij die niet meer zijn thuisgekomen.

Geef een reactie