…In Bahrein kwam ik als aflosser aan boord van de ‘Gelderland’ en daar lag ook de grote concurrent van ons.
De ‘Thames’ van Smit Internationale nv.
In den vreemde zijn we echter goede buren.
Al hielden we elkaar wel in de gaten.
Op zaterdag startten we altijd de ‘karren’ om ze even proef te laten draaien.
Rookwolken kringelden uit de rookkanalen van de ‘Gelderland’.
De mannen van de ‘Thames’ kwamen gelijk aan dek om te kijken wat we gingen doen.
Wat hadden wij gehoord wat zij niet gehoord hadden?
Er werd voortdurend uitgeluisterd door beide schepen.
Zolang de ‘spijker’ er in bleef, waren zij gerust.
Lagen we dan altijd te loeren naar elkaar?
Welnee, we gingen gewoon buurten.
Verschillen
Dan komen de verschillen van de rederijen naar voren.
Bij Smit veel meer een hiërarchie van rangen, terwijl ze bij Wijsmuller veel losser waren.
De machinekamer van de ‘Thames’ was heel open, leeg bijna, terwijl die op de ‘Gelderland’ vol gepropt leek.
De concurrent had filmapparatuur, maar een extra bakkie koffie gaf al een probleem.
Wij hadden bier genoeg en als de kok niet genoeg voor de wacht had neer gezet, werd hij uit zijn kooi gehaald.
Bij de ‘buren’ was schraalhans koning.
Natuurlijk was er ook een overeenkomst: de schepen zagen er altijd schoon en verzorgd uit, geen roestplekken, alles strak in de verf.
Loeren
Om van dat geloer af te komen, voer de ‘Gelderland’ naar de overkant van de Perzische Golf en gingen we voor anker bij Daiyir.
Alleen voor bier en water keerden we terug naar de buren.
Geef een reactie