Het jaar 1968

 

…Op 01 januari werd de SB motor weer gestart en ging de dag erop, op 02 januari, de BB motor weer stop omdat de regulateur daarvan niet goed werkte.
Het nieuwe jaar gaf alweer voldoende werk!

Bevoorrading door de ‘Gelderland’.

 

Voor de Portugese kust kwam de ‘Gelderland’ langszij om ons, op volle zee, van brandstof en stores te voorzien.

In de Straat van Gibraltar was de stroming zodanig dat we haast niet vooruit kwamen.
Met de steun van het bevoorradingsschip ‘Lady Beth’ kwamen we er toch doorheen.
Ze bleef ook stand-by tijdens het op zijn plaats brengen van de ‘Sedneth I’.

Bevoorradingsschip ‘Lady Beth’.

 

Op 15 januari kwamen we met de ‘Sedneth I’ bij Tarragona aan.

Eindelijk op haar plaats.

 

Na nog een aantal dagen geholpen te hebben bij het uitbrengen van de ankers van het booreiland, werd op 20 januari Ceuta aangedaan om te bunkeren.
Tegelijkertijd werd het lager van de SB motor bekeken.
Het bleek uitgelopen te zijn.

Ceuta.

 

In de vrijhaven Ceuta kwam ook het Nederlandse fregat Hr.Ms. ‘Tjerk Hiddes’ binnenlopen.
Zoals te doen gebruikelijk stonden haar bemanningsleden keurig in het gelid langs de verschansing in paradestand, ook wel ceremoniële meerrol genaamd.
Wij vonden dat een beetje overdreven, gelukkig waren wij geen marine.

Hr.Ms. ‘Tjerk Hiddes’.
Tekening Hr.Ms. ‘Tjerk Hiddes’.

 

Terwijl ‘dek’ de wal op ging, werd er koortsachtig gewerkt in de machinekamer.
Wij hadden had geen tijd om even te gaan stappen.
De ‘Utrecht’ moest zo gauw mogelijk weer naar zee.
Kapitein A. Christiaan had zoveel medelijden met ons dat hij voor iedereen een mandfles Muskaatwijn meenam.
Erg zoet, maar verraderlijk spul.

Blauwe hap.

 

Eén van de stuurlui kreeg de uitnodiging om op het fregat te komen eten.
Ook de andere officieren van de ‘Utrecht’ waren welkom.
Op het menu stond de bij de Marine de befaamde rijsttafel, oftewel de ‘blauwe hap’.
Daar hadden we wel trek in.
Helaas, dat ging niet door.
De machinekamer kon niet en de ‘ouwe’ wilde zo snel mogelijk naar buiten.
Een zeesleper verdient immers zijn geld op zee.

Het nieuwe lager moest worden pas gemaakt d.m.v. schrapen.
Telkens de lagerblokken aan elkaar monteren, vast slaan, losmaken, loodjes nemen, schrapen, blauwen en weer monteren.

Krukput.

 

Net zo lang tot het goed paste en dat in een ruimte waar je net met je schouders door kon, zeer vermoeiend voor polsen en armen!
Vooral het aanslaan van de lagerbouten.
Je werkte buiten je macht!

Drijfstanglager.

 

Voorheen werd het witmetaal/babbits in de lagerblokken gegoten.
Later veranderde dat in lagerschalen.
Het maakte het werk makkelijker en lichter.
In ieder geval; na het starten van de SB motor draaide het weer als een zonnetje.
We konden weer verder.

In Setúbal (P) werd nog bergingsmateriaal afgegeven.
Een Deens kusttankertje was daar op het strand gelopen.
We hoefden daar geen actie bij te ondernemen.

Een Deense kusttanker op het strand van Sétubal.
In kleur.

 

De steven ging nu richting Penzance waar we op 24 januari aankwamen.
Er was nu even rust en werden beide hoofdmotoren grondig nagezien.

Op één oor.

 

‘VESTA’

 

De rust duurde niet lang, op 03 februari werd er weer op een jop afgegaan.
Op 04 februari maakten we 25 mijl NNO van Ile de Batz t.h.v. de Franse kust vast aan de Nederlandse kuster ‘Vesta’ die machineschade had en brachten haar veilig Brest binnen.

De ‘Vesta’ 1952 – 1994.
In volle glorie.
‘Mar Azul’ 1978.
‘Chacha Express’ 1986.
‘Lorlotte Express’ 1988.

 

Ze heeft vele namen gehad en onder vreemde vlaggen gevaren en zonk in 1994 als ‘Jeano Express’ in de Golf van Mexico.

 

‘UTRECHT’

 

Op 25 maart stapte ik weer aan boord van de ‘Utrecht’, mijn ‘memoriaal’ was niet goedgekeurd.
Moest het nog drie maanden overdoen.

Niet goed gedaan.
‘Kantoor’ was er ook niet blij mee.

 

Nogmaals

 

We voeren weer terug naar Tarragona om de ‘Sedneth I’ naar Cádiz te verslepen en dat in samenwerking met de ‘Clyde’ van concurrent L. Smit Internationale & Co!

In tandem met de ‘Clyde’.
De ‘Clyde’.

 

Terwijl de bemanningsleden van ons genoeg drinken en eten meekregen om de ‘Sedneth I’ sleepklaar te maken, hadden de mannen van de ‘Clyde’ alleen maar water mee.
Alles werd broederlijk gedeeld.

Wachten.
Sleepklaar maken. Stuurman J.de Grootte.
Vastmaken. Met muts N. Stavenuiter.

 

Voor we vastmaakten om te vertrekken gingen we eerst nog water laden in Tarragona.
Op het achterdek werd nog gauw even van een ‘pikheet’ genoten.

H. Hennevanger, J. van Noord, J. Blaauw en H. Huijer.
Pikheet: H. Huijer, R. Springer, H. Hennevanger, J. Blaauw, N. Stavenuiter, W. Gisberts, J. van Noort en R. Visman.
Even bijpraten op het achterdek na aflevering.

 

Ook tijdens het slepen met de ‘Clyde’ maakte je af en toe een geintje.
Het moet niet altijd serieus zijn.
Zo riepen we hen op of ze die zwerm pinguins gezien hadden die voorbij zwom.
Door onze verrekijkers zagen we die mannen de zee, vanaf de brugvleugels, afzoeken.
‘Nee, ze hadden niets gezien’.
Wij ook niet!

 

‘EVANGELOS TH’

 

Werk blijft er altijd, zoals in Het Kanaal waar de Griekse motortanker ‘Evangelos TH’ op 14 mei flinke averij had opgelopen door een aanvaring met de Panamees ‘World Merit’.

Hier als ‘Bello’.
Van de andere kant gezien, met andere kleuren in de pijp.

 

De motortanker ‘Bello’ van 1951 werd in 1961 verkocht en kreeg de naam ‘Benami’ om nogmaals van naam te veranderen in 1968 als ‘Evangelos TH’.

Als ‘Benami’.

 

In het jaar 1968 kreeg ze een aanvaring met de ‘World Merit’.
Ook die heeft onder andere namen gevaren en wel als ‘Sovac Radiant’ en in 1955 als ‘Mobil Radiant’.
In 1966 kreeg ze de naam ‘World Merit’.
In 1974 werd ze omgenaamd naar ‘Mimika M. en werd in 1976 gesloopt.

Als ‘Sovac Radiant’ op de helling.
Als ‘Mobil Radiant’.
De ‘Sovac Radiant’.
Vastgelopen op de Engelse kust in het Nauw van Calais.
Als ‘World Merit’.
Als ‘Mimika M’.

 

 

In 1974 werd ze weer verkocht en werd ze de ‘Mimika M’.
In 1976 werd ze gesloopt.

 

 

 

Het was bij de Grieken vaak aanvaringen; allemaal gelijk van boord en als ze bleef drijven er weer allemaal op.
In 1969 werd de ‘Evangelos TH’ beschoten in de baai van Suez terwijl ze daar olie loste en in brand raakte.
Ze werd in 1974 als wrak gesloopt in Pakistan.

De ‘Pacific’ van Bugsier en de ‘Evangelos TH’ in het Kanaal.
‘Evangelos TH’ met gat.
Nog een concurrent van Bugsier, de ‘Heros’.
De ‘Heros’ (1964-1979) van Bugsier.
Escorteren naar Brest.

 

Een geduchte concurrent was de Duitse zeesleper ‘Pacific’ van Bugsier en die lag gestationeerd in Brest.

pacific-196301
De ‘Pacific’ (1962-2001) van Bugsier Reederei- und Bergungsgesellschaft mbH & Co.

 

aaeaaqaaaaaaaahmaaaajdyymdhhmgfklwvizgutngmzns1imwzmlwq3zwe2njjiyty1zg

 

We kregen echter de opdracht om de tanker naar Brest te begeleiden.

 

 

 

Een gebed aan boord van de ‘Utrecht’ was.

‘Geef heden ons dagelijks jop
en verlos ons van de ‘Pacific’.

 

Rig-moves

 

In die jaren kwamen steeds meer booreilanden in de Noordzee te staan en die moesten regelmatig verplaatst worden, de z.g.n. ‘Rig-move’s’.

De ‘Endaevour’.
Rig-move met de ‘Endaevour’.

 

De ‘Endeavour’ stond ter hoogte van Bergen.
Het was daar te diep om te ankeren, dus lieten we ons gewoon drijven.
Ondertussen werd er flink op gul gevist.
Die, na de levertjes eruit gehaald te hebben, tussen de achtermast te drogen werden gehangen.
De levertjes werden met peper en wat zout op een boterham gedaan, heerlijk.
Na de ‘rigmove’ ging de ‘Utrecht’ naar IJmuiden voor een nieuwe bemanning en nodige reparaties.

Bij terugkomst aan boord geen gedroogde gul meer te bekennen.
De walploeg heeft daar fijn van geprofiteerd.

In mijn tijd als ‘assistent-machinist’ ging ik voor Fl. 495,20 p/m naar zee.
Dat is nu zo’n €225,10 waard.

Loonsverhoging.

 

In de tussentijd werden er nog wat kustreisjes en jop’s met de ‘Utrecht’ gedaan.
Zo werd in juli een baggermolen van Rotterdam naar Milfordhaven gebracht.

Met een baggermolen uit Rotterdam.
Aan de lange tros.

 

‘JOHANCA’

 

De kuster ‘Johanca’ werd op 08 juni 1968 zo’n 40 mijl ten zuiden van Small’s Light in de Ierse Zee vastgemaakt.
Ook zo’n jop waar je geen natte voeten bij kreeg!

De ‘Johanca’.
Rustig werd aan de ‘Johanca’ vastgemaakt.
Langzaam de sleepdraad uitvieren.
Meedrijven.
Rustig werk!
Volgzaam.
Marconist H. Alkema bij de achtermast van de ‘Utrecht’.
De ‘Johanca’ volgt gedwee.
Zo het hoort.
Als ‘Waseem’ onder de vlag van de UAE in 1978.

 

Ook een kuster die vele namen en vlaggen voer, zoals ‘Alfajer II’, ‘Golden Star’ en ‘Al Mena’ nu onder Panamese vlag.
In 1999 werd ze uit de boeken van LLoyd’s geschreven, was ze gesloopt, gezonken of ergens in een uithoek verroest?

De ‘Johanca’ werd naar Dublin versleept.
We kwamen daar op een zondagmorgen aan.
De autoriteiten hadden geen tijd of zin om ons in te klaren.
Wellicht zaten ze in de kerk, mogelijk in de pub.
Veel bemanningsleden gingen Dublin in.
Zelf moest ik aan boord blijven, iemand moet toch op de winkel passen!

De ‘Ouwe’ had om 13.30 uur de machinekamer besteld.
Op de afgesproken tijd startte ik de motoren, smeerde de klepstangen- en stoters, cilindersmering extra doorgedraaid, de dagtank opgevuld, het hulpbedrijf stand-by gezet, likkertjes in de schroefasblokken gedaan en de luchtvaten weer op druk gebracht.
Beneden stond alles klaar voor vertrek, maar niemand was nog terug van de wal.

Voor dat de machinekamer werd opgestart ging ik samen met de ‘matroos-van-de-wacht’ nog even een kijkje nemen op de ‘Johanca’.
Daar was een ‘onder-de-gage’ bezig de afwas te doen.
“Dat doen ze bij ons aan boord wel even anders, veel makkelijker” verkondigde de matroos.
De o-d-g was direct geïnteresseerd.
De matroos pakte de borden en gooide ze over de verschansing de haven in.
Ontzet bekeek de jongen het gebeuren en rende gelijk de ‘Utrecht’ op.
Dook de messroom in waar alles klaar stond voor de afwezige opvarenden.
Hij griste de borden van de tafel en keerde weer terug op zijn schip.
Daags erna moest de matroos aan de eerste stuurman nieuwe borden vragen die het maar vreemd vond dat er zoveel borden ‘gesneuveld’ waren.
Later werd over dat voorval hartelijk gelachen.

Zegelloodje.

Aan de andere kant van de kade lag een Nederlands containerbootje van de Bell-Line.
Die hadden iets ongekends in hun machinekamer.
Op hun hoofdmotor zaten loodjes, ze mochten daar zelf niet aan sleutelen.
Een ideale wereld, helaas gold dat niet voor onze Werkspoormotoren.

 

 

Op de weg terug naar Penzance hebben we, met stroom mee, de ‘Utrecht’ eens hard laten lopen, proberen hoeveel zeemijlen ze kon halen.
Het lukte haar 18 mijl te laten varen op de grenzen van beide motoren.
Vol trots gingen we op de kop kijken naar de ‘snor’, oftewel de boeggolf, die ze maakte.
Ook de hekgolf was imposant.
De ‘Utrecht’ had in de machinekamer ook een mijlenteller hangen.

Mijn langste tijd op de ‘Utrecht’ had ik nu doorgebracht.
Het was een werkschip, maar wel een fijn, robuust, snel en gezellig schip.
Heb er veel ervaring op opgedaan, waardevol voor later.

Mijn ‘memoriaal’ werd nu wel in orde bevonden en ik werd nu tot 3e wtk. gepromoveerd.
Ging zelfs meer verdienen.

Goedkeuring.

 

‘JACOB VAN HEEMSKERCK’

 

Nu was het de beurt om op de ‘Jacob van Heemskerck’ aan te monsteren.
Het zusterschip van de ‘Willem Barendsz’.
Ze was net uit dok en moest een proefreisje doen.

Fraaie opname ‘Jacob van Heemskerck’.

 

‘KAREL DOORMAN’

 

Wat was er mooier dan om op 18 oktober naar Den Helder te varen om daar samen met de ‘Groningen’ de nationale trots, het vliegdekschip de ‘Karel Doorman’, naar Rotterdam te brengen.

Wachten om te mogen vastmaken.
Hr.Ms. ‘Karel Doorman’.
Op weg.
B. Weteling op de kont.
De tros strak.
Naast elkaar.
De ‘Titan’ als achterboot.
Den Helder.
Afvaart.
Op weg naar Rotterdam.
Naast elkaar.
Voeren we uit Den Helder of binnen op de Nieuwe Waterweg?
De ‘Karel Doorman’ achter de ‘Groningen’..
Aankomst Rotterdam met de ‘Karel Doorman’ en de ‘Groningen’.
Einde.

 

Het zal die marinemensen wel verdroten hebben hun pronkstuk zo te zien vertrekken.
Volgens ons hing ze nog door verf aan elkaar.

‘Hr.Ms. ‘Karel Doorman’.

 

Als ‘Veinticinco de Mayo’.

 

Het vliegdekschip werd naar Argentinië verkocht op 14-10-1968 en kreeg de naam ‘Veinticinco de Mayo’.
Ze werd in 1986 uit de vaart genomen.
Op 10-03-1999 gleed ze het strand van Alang op om gesloopt te worden.

 

‘COWRIE ONE’

 

In Amsterdam lag een moerasbooreiland, de ‘Cowrie One’ op ons te wachten.
Die moest naar Warri versleept worden.
Door de sluizen van de thuishaven vertrokken we op 30-10-1968 daar naar toe.

De ‘Cowrie One’.
Doorkijkje.

 

Onder leiding van kapitein H. Bronsdijk hadden we een rustige sleepreis richting Nigeria.
Daar aangekomen moesten we ’s nachts in een meer stilliggen i.v.m. de strijd in Biafra toentertijd.
Met het Seuz-licht schenen we het oerwoud in, over het meer en op de vissers.
Zij maakten dankbaar gebruik van onze scheepsverlichting.

De inlandse loodsen deden ons ’s nachts schrikken.
Ze sliepen in de eigenaarshut onder een wit laken.
Daar liepen ze ook mee over dek, het leken net spoken.

Op zichzelf was het wel een belevenis om de ‘Warri’ rivier op te varen.
Op het eind sloegen de takken in de machinekamer en tijdens het manoeuvreren dwarrelde de blubber omhoog.

Met de ‘Cowrie One’ in de Golf van Biskaje.
Achterdek en zicht op de ‘Cowrie One’.
Op de Warri rivier in Nigeria.
Op de schijnlichten van de machinekamer.

 

Nigeria was in die tijd nogal corrupt.
Tijdens het afvaren van de rivier, 28-11-1968, werden de loods en zijn secondanten ergens opgehaald door zijn stamleden in piepkleine bootjes.
Als dank kreeg hij een zak drank mee.
Laat de bootsman nu zo’n zelfde soort zak met houten proppen aan de verschansing hebben staan.
Ook die zak moest mee!

 

Dakar

 

In Dakar werd er gebunkerd.

Bunkeren in Dakar.
Aan het bunkeren.

 

‘REA’

 

Tijdens het bunkeren kregen we een noodsignaal, eenmaal slechts.
Slangen en trossen los en wij naar buiten.
Door een vierkant te varen lokaliseerden we het Griekse visserijschip ‘Rea’, ze had haar schroefas gebroken.
Het duurde een dag onderhandelen voor we vast mochten maken.
Dat hield nog niet in dat de ‘Rea’ haar anker inhaalde.
Het kostte nog meer onderhandelen met de eigenaren voordat die toestemming er kwam.

Eindelijk ankerop, 12-12-1968, brachten we haar terug naar Pireaus.
Op een gegeven moment, terwijl we tussen de Griekse eilanden voeren, werd de kapitein van de ‘Rea’ boos: we maakten veels te veel sleepmijlen!
De beste man begreep niet dat onze sleeptros zo diep lag dat ze achter een rots bij één van die eilanden kon haken of op de bodem kon komen.
Op 31-12-1968, oudejaarsdag, werd de ‘Rea’ afgeleverd.
Ondanks uitnodigingen vierden we Oud- en Nieuw gewoon op zee.

Vastmaken aan de ‘Rea’, bootsman B. Weteling, op de ‘Rea’ H. Klijngeld.
De ‘Rea’ ligt te wachten op orders.
Zicht op de ‘Jacob van Heemskerck’ langs de achtersteven van de ‘Rea’.
De ‘Jacob van Heemskerck’ en de ‘Rea’.

 

Tijdens het onderhandelen met de ‘Rea’ hadden we ook nog onderdelen naar een Engels sleepbootje ‘Humam’ gebracht.
Dat scheepje werd uitgebracht, maar kreeg motorstoring.
Door onderdelen van de wal te laten komen kon ze weer verder varen, weliswaar op één poot minder.
Een plaatselijke visser zou die spullen daar heen brengen, maar kon het schip niet vinden.
Wij wel en namen de benodigdheden van hem over.
Dus dat was snel verdiend als boodschapsleper.

Spiegelen op zee.

 

Dit vind ik nog steeds een mooie opname die ik op een glad zeetje genomen heb.
Gemaakt op 14 december in de Atlantische Oceaan t.h.v. Conakry.

Nog een mooie opname, deze is van Henk Marijs.

 

Na Piraeus even langs Catania en Messina.
Daar moest één van de Napier uitlaatgassenturbines uitgelijnd worden.

In Catania even de wal op en een espresso drinken in een café.
Daar viel het licht uit.
Als het licht weer aan gaat zit ik alleen met de eigenaar nog in de zaak.

Door naar Falmouth om te bunkeren en bij Margate wachten op de sleep voor Argentinië, die door Duitse sleepboten werd gebracht.

Het werd donker en duizenden spreeuwen gebruikten de ‘Jacob’ om te overnachten.
Ze scheten alles onder en daar was de bootsman niet zo blij mee.
De zaterdagse werkzaamheden hielden ook in dat de sleepwinch gesmeerd moest worden.
Onder de sleepwinch stonden nog in slagorde talloze spreeuwen, vastgeplakt in het conserveringsvet dat van de sleeptros afgedruipt was.

Die mocht ik dus verwijderen.

Comments

  1. Als ik het niet dacht :)! Goed geschreven hoor, heb genoten :)..

Geef een reactie